PFAS vraagt om strategie waterbeheerders

Geplaatst op 16 december 2019

Nederland is in de ban van PFAS. Doordat deze giftige stoffen in heel Nederland in de bodem zijn gevonden, zijn veel baggerwerkzaamheden opgeschort. Hierdoor ontstaan problemen in de waterhuishouding en liggen dijkversterkingen en bouwprojecten stil. Dit ten gevolge van nieuwe regels voor de chemische PFAS-stoffen, waardoor slechts 0,1 microgram PFAS in een kilo verplaatste grond mag zitten. Sinds eind november is de norm versoepeld naar 0,8 microgram PFAS per kilo verplaatste grond, waardoor de meeste bouw- en baggerwerkzaamheden weer kunnen opstarten. De acute problemen zijn daarmee grotendeels verdwenen. Echter, PFAS blijft onverminderd een risico voor mens en milieu, omdat de schadelijkheid van deze stof nog onvoldoende in beeld is.

PFAS

PFAS staat voor Poly- en perfluoralkylstoffen. Dit is een verzamelnaam voor ruim 6.000 stoffen waaronder stoffen als perfluoroctaanzuur (PFOA), perfluoroctaansulfonaat (PFOS) en HFPO-DA (GenX). Vanwege hun brandwerende en vuil- en waterafstotende eigenschappen worden deze stoffen al decennia veelvuldig geproduceerd, gebruikt en toegepast. Helaas vormen PFAS een probleem voor het milieu. Ze zijn nauwelijks biologisch afbreekbaar en sommige stoffen zijn toxisch. De effecten voor mens en milieu zijn bovendien nog lang niet altijd duidelijk. Om deze reden vallen de PFAS onder de zogenaamde ‘Opkomende Stoffen’. Opkomende stoffen zijn niet (wettelijk) genormeerde stoffen, waarvan de schadelijkheid nog niet (volledig) is vastgesteld.

Microverontreinigingen in het milieu

Waterbeheerders (Rijkswaterstaat, waterschappen, provincies en gemeenten) zijn al decennia bezig met het waterkwaliteitsbeheer in Nederland. Sinds de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (jaren ‘70 vorige eeuw) is de chemische en ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater enorm toegenomen, door in te zette op het weren en zuiveren van min of meer bekende chemische stoffen (onder meer nitraat en fosfaat).

Momenteel worstelen de waterbeheerders met het dossier van microverontreinigingen. Dit betreft meer dan alleen de opkomende stoffen. Ook zaken als medicijnresten en microplastics vragen extra aandacht. Niet alleen omdat ze minder bekend zijn in vóórkomen en toxiciteit, maar ook omdat ze minder eenvoudig uit het water te weren zijn.

Aandacht voor handelingsperspectief

Microverontreinigingen vragen aandacht van waterbeheerders. Niet alleen om door te kunnen gaan met baggeren, maar ook om goede invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid voor het zuiveren van afvalwater en het beheer van oppervlaktewater. Dit zodat Nederland ook in de toekomst beschikking heeft over voldoende schoon water en een schone bodem. AT Osborne draagt sinds een paar jaar bij aan dit dossier.

Betrokkenheid AT Osborne

Zo is AT Osborne betrokken bij het dossier ‘Opkomende Stoffen’ in water. De landelijke werkgroep Aanpak Opkomende Stoffen vroeg AT Osborne met hen een gestructureerd en helder werkplan voor het jaar 2018 op te stellen. De landelijke werkgroep heeft als taak om samen met alle betrokkenen richtlijnen voor mogelijke maatregelen op te stellen op basis van ontwikkeling van kennis en nader onderzoek.

Met behulp van interviews en werksessies zijn we gekomen tot een structuur waarbij de grote hoeveelheid informatie en onzekerheden omtrent de stoffen, op een goede wijze navolging krijgt binnen de werkgroepen en de hieronder vallende themagroepen drinkwater, grondwater en oppervlaktewater. Wij zijn vervolgens gevraagd om de werkgroep blijvend te ondersteunen. Deze ondersteuning verlenen wij nog steeds.

Waterbeheerders

AT Osborne is ook betrokken bij de vraagstukken van de waterbeheerders. Waterbeheerders zien zich in toenemende mate – vanuit hun rol als bevoegd gezag of uitvoerder – geconfronteerd met microverontreinigingen die aandacht vragen in het waterkwaliteitsbeheer. Dit betreft opkomende stoffen, medicijnresten en microplastics. Voor het Hoogheemraadschap van Delfland ontwikkelen wij daarom een strategie microverontreinigingen. Hoe moet Delfland omgaan met deze stoffen en welk handelingsperspectief hebben ze daarbij? Daarbij werken wij vanuit de ambitie (wat willen we?), via strategie (wat kunnen we?) naar daadwerkelijke maatregelen (wat doen we?). De eerste fase van de strategieontwikkeling, de verkenning, hebben wij samen met het Hoogheemraadschap recent afgerond.

Omdat AT Osborne balanceert op de lijn tussen inhoudelijke kennis en kennis van organisatie en strategie, bieden wij een specifieke meerwaarde. Het ontwikkelen van een strategie of werkplan kan niet uitgevoerd worden zonder enige inhoudelijk gevoel voor de materie. Kenmerkend aan de vraagstukken die op dit moment bij waterbeheerders spelen, is dat het in de kern gaat om een verbeteringsslag in de operationele uitvoering van het waterkwaliteitsbeheer. Het gaat vaak om een organisatorisch en strategisch vraagstuk binnen een inhoudelijk gedreven omgeving. Dat is met uitstek de arena waarin wij als AT Osborne ons thuis voelen.