Redelijke grenzen aan heraanbesteding

Geplaatst op 8 november 2018

Het risico van heraanbesteding is dat de aanbesteder gaat ‘leuren’ met een opdracht. In dit verband is de vraag gerezen of het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) haar eerder aanbestede architectenovereenkomst mocht heraanbesteden, nadat zij de overeenkomst had opgezegd én de architect de overeengekomen schadevergoeding had betaald. De architect in kwestie meende dat de heraanbestede opdracht nagenoeg gelijk was aan de eerdere opdracht. Daarmee handelde het UMCG volgens hem in strijd met de Aanbestedingswet 2012. Het UMCG had de opdracht namelijk eerst wezenlijk moeten wijzigen. Hierop wendde de architect zich tot de rechter én de Commissie van Aanbestedingsexperts (CvAe).

De voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2018:1464) geeft de architect geen gelijk. De rechter oordeelt dat de onderhavige situatie afwijkt van het geval, waarin een aanbestedende dienst tijdens de aanbestedingsprocedure besluit die procedure af te breken en de opdracht opnieuw aan te besteden. In zo’n geval is het in beginsel aangewezen de opdracht wezenlijk te wijzigen, alvorens deze via een heraanbesteding opnieuw in de markt te zetten. Dit om ‘leuren’ te voorkomen. Hiervan is echter geen sprake. Of en in hoeverre het UMCG de opdracht al dan niet wezenlijk heeft gewijzigd, hoeft dan ook niet nader te worden beoordeeld.

Geruststellend is dat de CvAe in deze zaak tot dezelfde conclusie komt (advies 431). De CvAe licht haar standpunt nog als volgt toe. Het verbod op heraanbesteding van nagenoeg dezelfde opdracht na intrekking van een aanbesteding, beschermt het belang van een inschrijver die op grond van de ingetrokken procedure meent aanspraak te kunnen maken op de opdracht. Het gaat dan om het belang van het verwerven van die opdracht en het daarmee verband houdende ‘positieve contractsbelang’. In geval van heraanbesteding na opzegging van een overeenkomst wordt dit belang echter niet geschonden. De architect van het UMCG behield immers zijn aanspraak op het positieve contractsbelang. Opzegging van de overeenkomst verplichtte het UMCG immers tot betaling van schadevergoeding.

De uitspraken doen ongetwijfeld recht aan ieders rechtsgevoel én de dagelijkse praktijk. Na opzegging van een overeenkomst mag de opdracht dus nagenoeg ongewijzigd opnieuw worden aanbesteed.

Dit artikel is op 26 oktober 2018 ook gepubliceerd in Zorgvisie.