Regionale energiestrategieën en programma’s onder de Omgevingswet

Geplaatst op 18 april 2019

Gemeenten maken de komende jaren in ieder geval twee grote transities door: de energietransitie (uitvoering van het Klimaatakkoord) en de transitie naar werken met de Omgevingswet. AT Osborne ziet veel kansen voor integratie van beide transities. In deze bijdrage zoom ik in op een nog onderbelicht instrument onder de Omgevingswet: het programma. Ik denk dat het programma voor gemeenten een belangrijke motor kan zijn voor het op gang brengen van (duurzame) ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. Waarom? En welke bouwstenen zijn daarvoor nodig? Hieronder geef ik graag mijn visie.

Volgens het Klimaatakkoord moeten 30 regio’s in Nederland Regionale Energiestrategieën (RES’en) opstellen. Een RES is het resultaat van samenwerking van decentrale overheden met maatschappelijke partners, netbeheerders, bedrijven en mogelijk bewoners. Daarin maakt een regio in ieder geval keuzes en stellen zij doelen over besparing van energie en over opwek van duurzame energie, inclusief de daarvoor benodigde opslag- en energie-infrastructuur. Om een gefundeerd doel voor bijvoorbeeld hernieuwbare opwek op land te kunnen stellen, bepalen de partijen in een RES waarschijnlijk waar in de regio en met hoe bepaalde hoeveelheden energie wordt opgewekt. De regio’s moeten medio 2020 een definitieve RES opleveren. Daarna rekent het Planbureau voor de Leefomgeving de opgeleverde RES’en door.

Lokale vertaling van de RES

Een RES is nog (slechts) een regionaal beleidsdocument. Nadat een RES definitief is, moet deze vertaald worden in gebruik van instrumenten uit de gemeentelijke (en provinciale) beleidscyclus, zoals omgevingsvisies, programma’s, omgevingsplannen en omgevingsvergunningen. Door gebruik van die instrumenten kunnen partijen de in de RES voorziene maatregelen en projecten uitgevoeren. Hoe werkt dat globaal, en wat is de mogelijke rol voor het programma?

Beleidscyclus: het cyclisch proces van voorbereiding, opstelling, besluitvorming, uitvoering en evaluatie van het beleid.

Een omgevingsvisie bevat het ruimtelijk beleid van een gemeente. In de praktijk zie ik dat visies niet gericht zijn op concrete uitvoering. Logisch, omdat visies de hoofdlijnen van het beleid voor de lange termijn bevatten. Het omgevingsplan bevat de normen die burgers en bedrijven binden en is daardoor veel meer op uitvoering gericht. Dat geldt ook voor omgevingsvergunningen, die gemeenten vaak voor individuele concrete projecten verlenen. Het programma zit in de beleidscyclus precies tussen de visie en het omgevingsplan in.

Uitvoeringsgericht beleidsinstrument

Het programma is een beleidsinstrument met een uitvoeringsgerichte focus; het bevat een uitwerking van het beleid en maatregelen voor het behalen van concrete gemeentelijke doelen. Juist door het inzetten van het programma-instrument onder de Omgevingswet, zorgen gemeenten dat duurzaamheidsdoelen gehaald worden. Het instrument kan de brug vormen tussen hoofdlijnen van beleid (visie) en besluitvorming over activiteiten (plan en vergunning), met een uitvoeringsstrategie, borging van financiële en juridische uitvoerbaarheid en inbreng van bewoners en bedrijven.

Bouwstenen van een programma

Het stelsel van de Omgevingswet bevat weinig bepalingen over de inhoud van programma’s. Zelf onderscheid ik de volgende bouwstenen voor een uitvoerbaar programma dat voortvloeit uit een RES:

  • Strategische keuzes over waar, wanneer en hoeveel energie bespaard, opgewekt en opgeslagen wordt en de infrastructuur die daarvoor nodig is.
  • Inhoudelijke afstemming met ander ruimtelijk beleid en keuzes daarover.
  • Planning.
  • Borgen van juridische uitvoerbaarheid van projecten (omgevingsrechtelijk, eventueel aangevuld met een strategie voor contractering en aanbesteding).
  • De wijze waarop andere instrumenten worden ingezet, zoals subsidies en heffingen.
  • Borgen van financiële uitvoerbaarheid van projecten.
  • Samenwerking en afstemming tussen overheden.
  • Publieksparticipatie.

Door deze elementen in een programma op te nemen, zorgen gemeenten ervoor dat zij de duurzaamheidsdoelen uit de RES bereiken. Een grote kans dus, voor een tot dusver nog onderbelicht instrument. Dat verdient meer aandacht!