Onderzoek open toegang

Geplaatst op 9 januari 2020

De minister informeert de Tweede Kamer over de uitkomsten van het AT Osborne onderzoek naar de gevolgen van het recht op toegang tot het binnenlands personenvervoer per spoor. Dit onderzoek resulteerde in het rapport ‘Gevolgen Recht op Toegang’.

Achtergrond

In 2020 wil het Kabinet een besluit nemen over de marktordening en – sturing op het spoor na 2024. Een van de bouwstenen voor dit besluit is onderzoek van AT Osborne naar de gevolgen van het recht op toegang (‘open toegang’) tot infrastructuur voor het binnenlands personenvervoer per trein. Dit is eind december 2019 aan de Tweede Kamer gezonden. Door dit recht, dat een gevolg is van Europese wetgeving, kunnen spoorvervoerders zonder concessie per dienstregeling 2021 binnenlandse treindiensten uitvoeren. Voor het hoofdrailnet kan dit per dienstregeling 2025.

Onderzoek AT Osborne

Voor het onderzoek bracht AT Osborne in kaart:

  • welke kansen en bedreigingen open toegang biedt voor de reiziger, voor de concessiehoudende vervoerder en (concessieverlenende) overheid, en voor de vervoerder die toegang tot de infrastructuur wil;
  • welke algemene economische en financiële effecten en prikkels uitgaan van het recht op toegang;
  • welke (non-discriminatoire) eisen en randvoorwaarden moeten worden gesteld om een gelijk speelveld te borgen en om een gelijkwaardig kwaliteitsniveau te behouden in vergelijking met concessiehouders, en welke ruimte de Europese regelgeving biedt om die eisen en randvoorwaarden aan open toegang vervoerders te stellen.

De minister heeft uit het onderzoek drie belangrijke instrumenten afgeleid die in de komende periode verder worden uitgewerkt in het kader van de besluitvorming over de marktordening.

Naar de Kamerbrief en het rapport.