Asbestsanering en totaalsloop gebouwen Radboud Universiteit

In opdracht van het Universitair Vastgoedbedrijf zijn vijf gebouwen aan de Thomas van Aquinostraat in Nijmegen gesaneerd en gesloopt. Het ging om een totaal oppervlak van ruim 26.000 m2. Hiermee is op de campus van de Radboud Universiteit ruimte gemaakt voor het nieuwe Maria Montessorigebouw, dat in 2020 gereed zal zijn voor de faculteit Sociale Wetenschappen.

De asbestsanering en sloop vond plaats in een omgeving waarbij het primaire proces van de universiteit, bestaande uit onderzoek en onderwijs, niet onderbroken kon worden. De uitvoering om te komen tot een bouwrijp werkterrein, bevond zich binnen een tijdspanne van het leegkomen van de gebouwen na verhuizing van alle medewerkers en studenten, tot aan de start van het nieuwe academische jaar. Voorwaarde was dat de sloop van de casco’s van de gebouwen en het bouwrijp maken uitsluitend mocht plaatsvinden tijdens de zomervakantie. Dit ter voorkoming van overlast naar de studenten, onderzoekers en vanwege de geplande start van de nieuwbouw.

Asbestrisico’s

De opdracht van het Universitair Vastgoedbedrijf, die zich kenmerkt als een opdrachtgever met inmiddels verschillende ervaringen op asbestgebied, was heel duidelijk: de omvang van onvoorzien asbest dient tot een minimum beperkt te blijven en afwijken van het beschikbare tijdspad en overschrijding van het budget is niet geoorloofd. Daarbij was het een vraagstuk waarop alle ogen waren gericht. Daartegenover stond een periode van circa 18 maanden voor een zorgvuldige voorbereiding van de uiteindelijke asbestsanering en totaalsloop.

De beschikbare, en niet meer actuele asbestinventarisatierapporten, moesten voor de totaalsloop geactualiseerd worden. Het inventarisatiebureau, met ruime ervaring met de gebouwen, stelde voor om een update uit te voeren op basis van de reeds bekende toepassingen. Een kritische blik leerde dat dit gepaard kan gaan met risico’s op onvoorzien asbest. Immers was de scoop van de opgave totaalsloop, in plaats van het gebruik van de gebouwen. En de langjarige ervaring kan blindheid geven van het eigen werk. Dus om de risico’s te beperken, is een analyse gemaakt van de gebouwtypologie, de gebouwhistorie en de veelgebruikte en wellicht niet meer aanwezige asbesthoudende toepassingen.

De uitkomst hiervan was reden voor gericht destructief onderzoek. De breedte van dit onderzoek was uitgebreider dan het oorspronkelijke plan van het inventarisatiebureau. De uitkomst gaf uitsluitsel over risicovolle posities en werd de kans op onvoorzien asbest aanzienlijk gereduceerd.

Mogelijkheid tot terugschaling (validatie)

In en aan de gebouwen zaten omvangrijke hoeveelheden asbesttoepassingen, met een relatief laag percentage asbest. De sanering van deze toepassingen moet plaatsvinden in afgeschermde werkgebieden, inclusief alle bijbehorende verplichtingen. Onze ervaringen en de omvang gaven aanleiding om aan het Universitair Vastgoedbedrijf een beeld voor te houden met een mogelijkheid voor sanering in een lagere risicoklasse, via terugschaling c.q. validatie.

Doel is het verlagen van de arbeidsbelasting (werken met persoonlijke beschermingsmiddelen), het verkorten van blootstelling aan asbest en het terugdringen van sociale onrust naar de omgeving.

Om dit mogelijk te maken zijn diverse beproevingen en metingen onder worst case omstandigheden uitgevoerd, om vast te stellen of dit mogelijk was. Voor het verlagen van de risicoklasse geldt dat hoe grof de verwijdering van het asbest ook gebeurt, de eventueel vrijkomende concentratie asbestvezels onder wettelijke grenswaarden blijft. Dus dat er geen risico voor mens en milieu is bij het verwijderen van asbest. De beproevingen zijn uitgevoerd na de aanbesteding en gunning.

Aanbesteding

Uitgangspunt bij de aanbesteding was transparantie in aanpak en de opbouw van de prijsvorming. Dit maakt het mogelijk om op eenvoudige wijze tot een onderling vergelijk en weging te komen van de verschillende inschrijvingen. Voor de prijsvorming van het asbestdeel is een indeling gemaakt van opgegeven werkgebieden waarvoor inschrijvende partijen per werkgebied een prijs hebben opgeven, inclusief een onderlegger over de opbouw hiervan.

Om invulling te geven aan de vraag van het Universitair Vastgoedbedrijf, om de impact van niet voorzien asbest in te passen binnen de beschikbare tijd en zonder overschrijding van het budget, is gebruik gemaakt van een door AT Osborne ontwikkelde methodiek voor bepaling van de financiële omvang en eventueel extra doorlooptijd in geval er sprake is van onvoorzien asbest. Dit voorkomt gedoe en discussie over prijsniveau en het claimen van extra uitvoeringstijd. Het vraagt aan de voorkant wel de wil om mee te werken aan een transparante prijsopbouw, alsmede de extra inspanning die hiervoor moet worden geleverd bij het indienen van de prijs/inschrijving.

Vanwege de mogelijkheid om de risicoklassen van diverse toepassingen te verlagen via validatie, is voor de prijsvorming van het asbestdeel een aantal scenario’s geschetst. Het uitgangspunt was dat het uitvoeren van de validatiemetingen werd uitgevoerd door de partij aan wie de asbestsanering en sloopwerkzaamheden werd gegund en opgedragen.

Koen Fleuren, Hoofd vastgoedprojecten Radboud Universiteit: de validatie van de verschillende saneringsmethoden geeft ons een financiële besparing van ruim 2,5 keer ten opzichte van de oorspronkelijke risicoklassen. Het Universitair Vastgoedbedrijf is tevreden over verloop en resultaat hiervan.

Beproeving scenario’s door metingen

Na het doorlopen van de gunningsperiode en het sluiten van de overeenkomst met de uitvoerende partij en een ingeschakelde Hoger Veiligheidskundige, zijn de voorbereiding gedaan en zijn de validatiemetingen uitgevoerd. Alle metingen hadden een positief resultaat (geen overschrijding van de wettelijke grenswaarden). Wel zijn door de betrokken Hoger Veiligheidskundige limieten gesteld aan de maximale te verwijderen omvang per dag, ter preventieve bescherming van de werklieden. In de verschillende scenario’s was al rekening gehouden met limieten c.q. maximale dagproducties per werknemer. Door de meetresultaten lag de weg open om te werken met de meest gunstige scenario’s qua lagere arbeidsbelasting, verkorten van blootstelling en terugdringen van sociale onrust. Vanwege het werken onder een lagere risicoklasse, is er vanuit de asbestregelgeving weinig controle. Daarom koos het Universitair Vastgoedbedrijf voor het inzetten van private borging/ toezicht, waardoor er controle is op het correcte naleving.

Voor het Universitair Vastgoedbedrijf is er nog een andere positieve bijkomstigheid. Namelijk dat de totale saneringskosten (inclusief onder meer metingen, extra toezicht/borging) ten opzichte van de oorspronkelijke risicoklassen (zonder validatie) ruim 2,5 keer lager uitvallen. Een aanzienlijk besparing op het budget.

Uitvoering

De uitvoering van de asbestsanering en de inpandige sloopwerkzaamheden zijn medio februari 2018 gestart. De aanwezigheid van onvoorzien asbest, dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden aan het licht kon komen, is vanwege de gehanteerde voorbereiding en risicobeperking tot een minimum beperkt gebleven.

Tijdens de zomervakantie zijn de resterende casco’s van de gebouwen gesloopt en is het vrijkomende terrein bouwrijp gemaakt. Vanwege de inzet van de sloopaannemer was het zelfs mogelijk om de oplevering zes weken eerder dan de oorspronkelijk planning op te leveren. Dus voor de start van de nieuwe academische jaar waren de werkzaamheden gereed en opgeleverd.