Laat de Omgevingswet maar komen

De Omgevingswet biedt veel kansen, maar kent ook risico’s. De wet is ontworpen om procedures in het ruimtelijk domein te versimpelen en een integrale werkwijze te faciliteren, maar bedolven onder kritiek door een rammelend ICT-systeem. Wat vaststaat is dat de wet die vanaf 2022 — of iets later — ingaat veel invloed heeft op het werk van overheden en ambtenaren. Zo ook voor beleidsmedewerkers van gemeenten.

Zij krijgen meer vrijheid om het eigen ambitieniveau te bepalen en worden gestimuleerd om vraagstukken integraal te benaderen. Maar wat betekent dit nu concreet voor de positionering, werkwijze en samenstelling van het team? Dat is precies wat het team strategisch milieubeleid van de gemeente Zwolle aan ons vroeg. In dit artikel nemen onze collega’s Véronique en Denise je mee in hoe ze deze vraag samen met het team hebben beantwoord.

Zwolle

Zwolle is een middelgrote, groeiende stad in een groene omgeving. Afgelopen jaren heeft de gemeente Zwolle volop gewerkt aan het concretiseren van haar ambities in de Omgevingsvisie en aan een wijze om te werken onder de Omgevingswet. Het team strategisch milieubeleid van de gemeente Zwolle ziet hierdoor veranderingen op zich afkomen en vraagt zich af wat dit voor hen betekent. Veel grote thema’s uit de Omgevingsvisie hebben een raakvlak met milieuaspecten als lucht, geluid, trillingen, geur en bodem, te denken valt aan gezondheid, de woningbouwopgave en de energietransitie.

De link tussen de Omgevingsvisie en het werk van het team strategisch milieubeleid is echter nog niet duidelijk gelegd. Daarnaast krijgt het team onder de nieuwe werkwijze meer beleidsruimte om het eigen ambitieniveau te bepalen. “Op dit moment passen we ‘goed op de winkel’”, zegt Cor Blanken van het team strategisch milieubeleid. Liever werkt het team toe naar een stip op de horizon om daarmee bij te dragen aan een betere leefkwaliteit in Zwolle.

Aanpak

Om grip te krijgen op de naderende veranderingen, heeft het team strategisch milieubeleid met ons gekeken naar de eigen rol en welke consequenties de invulling hiervan met zich meebrengt. We zijn daarvoor aan de slag gegaan met het organisatiemodel ‘richten, inrichten en verrichten’. Per aspect van dit model heeft het team eigen vragen opgesteld, die vervolgens zijn beantwoord door henzelf en een brede groep aan collega’s die in hun werk of beleidsveld te maken hebben met milieubeleid.

richten inrichten

Figuur 1: model ‘richten, inrichten en verrichten’.

Om deze gesprekken betekenis te geven en als team te bepalen hoe nu verder te gaan, hebben we vervolgens twee workshops gefaciliteerd. In de eerste workshop stond het bepalen van een profiel en ambitie centraal. We legden het team drie verschillende profielen voor, ieder met eigen principes, taken, competenties en wijze van samenwerking. “Dat riep wel even weerstand op”, vertelt Cor. “De drie profielen schetsen echt extremen. De realiteit is genuanceerder en niemand houdt ervan om een etiket opgeplakt te krijgen.” Toch was het interessant om te zien dat collega’s die extreme profielen wél makkelijker herkennen. Dit leidde tot het inzicht dat het strategische nu niet aanwezig is in het team, terwijl dat misschien wel nodig is.

Omgevingswet

Figuur 2: drie profielen.

Dienende milieutoetser            Flexibele milieumakelaar               Sturende milieustrateeg

In de vervolgsessie hebben we twee sporen uitgezet voor het team strategisch milieubeleid: 1) doorgaan op de huidige weg en 2) inzetten op een meer strategische benadering van milieubeleid. Het team was er al snel uit dat spoor 2 beter aansluit bij de ambitie van het team en de werkwijze onder de Omgevingswet. We bespraken daarom met elkaar wat nodig is om invulling te geven aan dit spoor. We eindigden de sessie daarom met benoemen wat nodig is om invulling te geven aan dit spoor. Daaronder valt o.a. het vormen van een gezamenlijk beeld als team, maar ook het opstellen van langetermijndoelen, aansluiten bij urgente vraagstukken binnen de gemeente én het maken van een goed verhaal richting leidinggevenden, managers en bestuur.

Met het uiteindelijke rapport heeft het team strategisch milieubeleid de juiste handvatten in handen om hier zelf mee aan de slag te gaan en zo een essentiële bijdrage te leveren aan de leefkwaliteit van Zwolle. Cor: ‘het is goed dat we dit traject op dit moment hebben doorlopen. Nu kunnen we prioriteiten stellen en positie bepalen. Het heeft ons het inzicht gegeven dat het loont om eigen initiatief te nemen en het gesprek met het management aan te gaan.’

Conclusie

De ingang van de Omgevingswet leidt tot grote veranderingen voor gemeenten en hun beleidsmedewerkers. Beleidsteams kunnen zich daardoor afvragen wat hen te wachten staat en hoe ze hierop in kunnen spelen. Het model ‘richten, inrichten en verrichten’ geeft hen inzicht in waar ze staan in de context van de Omgevingswet, Omgevingsvisie en hun verdere organisatie. Het gebruik van profielen en mogelijke sporen maakt duidelijk waar ze naartoe willen en wat dit concreet betekent voor de positionering, werkwijze en wenselijke teamsamenstelling. Dit biedt beleidsteams houvast en handvatten om hun eigen rol in te vullen. Een relatief kort — en leuk! — project geeft daarmee veel duidelijkheid en vertrouwen. Laat die Omgevingswet maar komen!

Dit artikel is met medewerking van Cor Blanken (gemeente Zwolle) tot stand gekomen.