Keer het tij – benut de mogelijkheden van de Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is het dan echt zo ver. Na meerdere malen uitstel treedt de Omgevingswet in werking. Dat vraagt om een nieuwe manier van denken en werken. Gemeente Utrecht heeft daar met hulp van AT Osborne een begin mee gemaakt en een omgevingsplan opgesteld. Esther van Baren, opgavejurist energietransitie en voorheen deelprogrammamanager omgevingsplan van de gemeente, vertelt samen met Eefje Remijn van AT Osborne welke kansen dit biedt voor bijvoorbeeld de energietransitie én welke lessen dit proces heeft opgeleverd.

Het omgevingsplan van de gemeente Utrecht, dat februari dit jaar door de raad werd vastgesteld, is formeel een ‘Crisis- en herstelwet paraplubestemmingsplan algemene regels’ (een voorloper van het omgevingsplan). De Omgevingswet verplicht een gemeente een omgevingsplan op te stellen, waarin zij evenwichtig functies toebedeelt aan locaties.

De nieuwe wetgeving bevat verbeterdoelen en dat is niet voor niets, vindt Esther. “Mijn vader zei altijd: verbeter de wereld en begin bij jezelf. Daar gaat het om. Wij moeten het tij keren en de klimaatcrisis te lijf gaan, de energietransitie waarmaken en zorgen voor een gezonde leefomgeving. De instrumenten van de Omgevingswet bieden de mogelijkheid om de bijbehorende ambities en doelstellingen juridisch te borgen.” Maar daar hoort wel een andere manier van denken en doen bij, benadrukt Eefje. Wat bedoelt zij daarmee? “Kort gezegd: denk integraal vanuit een maatschappelijke opgave, en blijf weg van het oude ruimtelijke ordeningsdenken. Als een gemeente belangen integraal afweegt, krijg je een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, met een betere balans tussen het beschermen en benutten van de leefomgeving. Dat betekent dat mensen gezond en veilig kunnen leven in een kwalitatief goede omgeving.”

Lessen

Gemeenten zijn verplicht om een omgevingsplan op te stellen, waarin het de eigen regels voor de fysieke leefomgeving vaststelt. Esther en Eefje hebben er lang aan gewerkt en trokken diverse lessen uit dit proces, waarmee andere gemeentelijke organisaties hun voordeel kunnen doen.

  • werk samen in een multidisciplinair team – betrek in een vroeg stadium zoveel mogelijk verschillende collega’s, voor een maximale verbinding met de totstandkoming van het omgevingsplan. Wees helder over het proces, toon lef en maak duidelijke keuzes. Het is aan de politiek deze te maken.
  • onderken de complexiteit – het omgevingsplan bestaat uit algemene én uit gebiedsgerichte regels. Het bestrijkt een breed terrein: het gaat niet alleen om gebiedsontwikkelingen, maar ook om thema’s als o.a. energietransitie en klimaatadaptatie. Maar niet alles kan tegelijk, dus zorg samen voor een integrale afweging en prioritering.
  • neem de tijd om te wennen, maar wacht niet – de andere manier van werken en de variëteit aan regels vragen om een gewenningsperiode. Gelukkig is die tijd er ook, want het overgangsrecht geldt tot 1 januari 2032. Pas dan moet het omgevingsplan ook definitief gereed zijn. Vergeet echter niet dat de opgaven zich daar niets van aan trekken. De noodzaak van energietransitie en klimaatadaptatie wachten niet tot het omgevingsplan gereed is.
  • werk volgens de beleidscyclus uit de Omgevingswet – de regels in het omgevingsplan moeten worden gemotiveerd, zoveel mogelijk aansluiten op de omgevingsvisie en uitvoerbaar en te handhaven zijn. Zo ontstaat samenhang tussen visie (beleid), plan (regels) en uitvoering.

Esther was blij met de ondersteuning van Eefje tijdens het proces. “Zij combineert inhoudelijke kennis van zaken met gemeentelijke ervaring. Daarnaast is het handig dat zij als externe een onafhankelijke positie inneemt. In de hectiek van de nieuwe manier van denken en werken houdt zij de focus vast, zodat je uiteindelijk met zijn allen komt waar je wezen wil.”

Kansen voor de energietransitie

Zoals Esther al aangaf, kent de Omgevingswet verbeterdoelen. Wat kan de nieuwe wet betekenen voor bijvoorbeeld de energietransitie? “De Omgevingswet vraagt om een integrale afweging van alle belangen. Dus ook de energietransitie moet worden meegewogen. B&W kan met een voorbereidingsbesluit snel regie nemen en bijsturen, omdat de raad deze bevoegdheid onder de nieuwe wet aan het college kan delegeren. Dat kan economisch pijn doen als het er bijvoorbeeld toe leidt dat er geen ruimte is voor de vestiging van een datacenter. Maar je houdt zo wel ongewenste ontwikkelingen tegen.”

De Omgevingswet staat ook voor het versnellen en versimpelen van procedures. Veel termijnen gaan van 26 naar 8 weken. Duurzame initiatieven kunnen vergunningsvrij gemaakt worden, of sneltoetscriteria krijgen. Dit creëert de mogelijkheid om bijvoorbeeld gemeentelijke monumenten te voorzien van zonnepanelen -iets wat op dit moment vaak lastig is. Esther en Eefje adviseren ook om nu al ruimte te reserveren voor o.a. trafostations, smarthubs en solarcarports. “Stel daarvoor criteria op, zodat duidelijk is waaraan ze moeten voldoen en inpasbaar zijn. En liefst vergunningsvrij. Tot slot is er de optie om het huidige welstandsbeleid aan te passen, om het belang van isolatie en verduurzaming van gebouwen bij ontwikkelingen mee te wegen. En een laatste algemene tip: keer het tij – durf de kansen die de Omgevingswet biedt te benutten. Daarmee kunnen we samen een stap zetten in het beschermen van onze leefomgeving.”

Dit artikel is een samenwerking tussen Eefje Remijn (AT Osborne) en Esther van Baren (Gemeente Utrecht).