Parlementaire enquête Fyra

Een meerderheid van de Tweede Kamer greep in juni 2013 naar het zwaarste instrument dat zij tot haar beschikking heeft: de parlementaire enquête. Na een lange voorgeschiedenis vol vertraging, dreigende faillissementen en onenigheid met de Belgen was voor de Kamer de maat vol toen NS de hogesnelheidstrein Fyra in januari 2013 na verlies van een bodemplaat uit dienst nam en in mei 2013 besloot definitief te stoppen met de Fyra.

Op basis van de wet op de parlementaire enquête kan de enquêtecommissie informatie vorderen bij alle betrokken (publieke en private) partijen en betrokkenen onder ede verhoren. De wet stelt dat een enquête is bedoeld voor waarheidsvinding en het trekken van lessen voor de toekomst. De hoofdvraag van de enquête luidde: waarom is het oorspronkelijk beoogde vervoer over de Hogesnelheidslijn-Zuid niet tot stand gekomen?

De enquêtecommissie startte in december 2013 en rondde zijn werkzaamheden af met het Kamerdebat over het eindrapport in juni 2016.  Carla de Koning, Wim Gideonse en Erik van der Veen van AT Osborne hebben de directie Openbaar Vervoer en Spoor van het ministerie van IenM gedurende de gehele looptijd van de enquête ondersteund. De werkzaamheden bestonden uit het voldoen aan de vorderingen van de enquêtecommissie om schriftelijke informatie. Dit betekende het systematisch doorwerken van het HSL-archief om alle brieven, nota’s, e-mails, rapporten, etc. te kunnen leveren. Veelal voorzien van een tijdlijn of nadere toelichting. Tegelijkertijd werd een eigen analyse van de geleverde stukken gemaakt voor intern gebruik. Mede op basis daarvan werden (oud)ambtenaren en (oud)bewindslieden voorbereid op de besloten voorgesprekken en openbare verhoren door de enquêtecommissie.

Erik: ‘Het was een enorme klus. De enquêtecommissie had het onderzoek ruim opgezet. Het bestreek de periode vanaf eind jaren ’80 met de eerste gedachtenvorming over een hogesnelheidslijn tot en met de alternatieve invulling van het vervoer eind 2013. Het ging in op de aanbesteding van het vervoer, de bestelling en bouw van het materieel, de toelating van het materieel en de totstandkoming van het alternatieve vervoer’.  ‘Dat betekende niet alleen dat het om een grote hoeveelheid informatie ging, maar ook dat het aantal ambtelijke en bestuurlijke betrokkenen groot was’, vult Wim aan.  Volgens Carla was het een hele brede opgave. ‘ Het ging niet alleen om meer technische activiteiten als verzamelen, ordenen en duiden, maar het was ook heel persoonlijk. Hoe help je de betrokken (oud)ambtenaren en (oud)bewindslieden om de besloten en openbare verhoren te doorstaan? Het is natuurlijk hartstikke spannend om in het openbaar, live op televisie uitgezonden, ondervraagd te worden over je handelen in dit dossier’.

Na publicatie van het eindrapport van de enquêtecommissie in oktober 2015 heeft AT Osborne meegewerkt aan de kabinetsreactie en de voorbereiding en ondersteuning van het debat tussen Kamer en kabinet dat in juni 2016 plaatsvond.