Frits Verhees vertrekt: “Mooi om ontwikkelingen in mijn vakgebied vanaf de ‘front seat’ mee te maken”

Geplaatst op 6 november 2023

Na 35 jaar in het vak, waarvan ruim zes bij AT Osborne, hangt senior consultant Frits Verhees per 1 november het werkende leven aan de wilgen. Man van de inhoud, maar ook van samenwerking. In dit interview blikt hij terug op de verschuiving van infrastructuur naar mobiliteit, de professionalisering van participatie, de voordelen van frisdenkers en nog veel meer.

Vanaf 1989 werkte Frits in diverse advies- en managementfuncties bij zowel publieke als private organisaties, variërend van gemeente Hengelo tot ProRail, Strukton en Heijmans. Bij Infraspeed richtte hij het onderhoudsbedrijf voor de HSL Zuid op. Tussen alle bedrijven door promoveerde hij in Groningen op het onderwerp ‘Publiek Private Samenwerking (PPS) in relatie tot Planningstheorie’. Frits is tevens gastdocent Planologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Voorjaar 2017 maakte je de overstap van Movares naar AT Osborne. Wat was de aanleiding?

“Al vanaf het begin van mijn loopbaan zocht ik het lijnmanagement op. Zo was ik bij ProRail manager Onderhoud en Vernieuwing en bij Infraspeed manager Operations. Daarna volgde projectmanagement bij Heijmans en Strukton. Van daaruit zette ik de stap naar het directeurschap Ruimte, Mobiliteit en Infrastructuur bij Movares. Daar kwam ik erachter dat je in zo’n functie eigenlijk nog maar weinig op de inhoud zit. Reden om op zoek te gaan naar de voor mij juiste combinatie van inhoudelijke complexiteit en de mogelijkheid om vernieuwend bezig te zijn. Zo kwam ik uit bij het adviseurschap. Ik raakte in gesprek met AT Osborne, en we hadden een match.”

Meteen met boeiende klussen begonnen?

“In de Food Valley ging ik aan de slag met de evaluatie van het leerlingenvervoer. Dat was hard nodig, want het werkte niet. Kwetsbare leerlingen waren de dupe; ze werden gewoon niet opgehaald. De betrokken partijen wezen naar elkaar. Wij maakten inzichtelijk dat er een samenspel van factoren aan ten grondslag lag en dat men teveel vertrouwde op de automatische werking van de contracten. Daarmee kregen we de partijen weer bij elkaar aan tafel. Zo kwam het met dat leerlingenvervoer gelukkig weer redelijk goed. Een andere vroege opdracht was het programma Top Corridors voor het goederenvervoer vanuit Rotterdam naar het Europese achterland, voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dat deed ik samen met collega Erik van der Veen. Het mooie was dat we hier infrastructuur niet meer als doel zagen, maar als middel. Het goederenvervoer denderde maar door, echter het ging om de vraag hoe we het efficiënter, duurzamer, ruimtelijk geordend en digitaler konden maken, zodat Nederland er meer van zou profiteren. Hier kwam dus niet primair nieuwe infrastructuur uit voort. Het resultaat bestond vooral uit de inrichting van de knooppunten Venlo en Tilburg als distributiepunten, en uit diverse subsidieprogramma’s voor het verschuiven van het goederenvervoer van weg naar water en spoor.”

Met welke opdrachten sluit je je carrière af?

Frits Verhees vertrekt“Heel toevallig en leuk met de zuidelijke ontsluiting van mijn geboortestad Helmond. Het draait hierbij om de combinatie van infrastructuur en de mobiliteitstransitie. Dat wil zeggen: niet meer infra aanleggen dan nodig is, en werkgevers aanspreken op hun verantwoordelijkheid om bijvoorbeeld werknemers te stimuleren om de fiets te pakken in plaats van de auto. Ik heb met een team van AT Osborne en Sweco onderzoek gedaan naar hoe je dat moet doen en er een projectplan voor opgesteld. Dat was het laatste. Nu mogen anderen het vervolg oppakken.”

Zijn er nog andere opdrachten die je als bijzonder hebt ervaren?

“Als programmaregisseur De Run heb ik bijgedragen aan de bereikbaarheid in het gebied rondom ASML en ook de betrokken partijen bij elkaar gehouden. ASML neemt honderden mensen per maand aan, dus de bereikbaarheid daar staat behoorlijk onder druk. De gemeenten Veldhoven en Eindhoven, de provincie, het Rijk en ASML hebben een publiek-privaat programma ontwikkeld, waaruit voor tientallen miljoenen aan projecten is voortgekomen. Met succes. Zo is het aantal ASML-medewerkers dat met de fiets naar het werk komt in plaats van de auto bijna verdubbeld, en faciliteren de overheden dat met de aanleg van fietspaden, busstations en een proef met mobiliteitshubs. Wij deden vanuit AT Osborne het proces. Maar vanwege mijn achtergrond bracht ik aardig wat inhoudelijke kennis mee. Dat is best belangrijk, want anders zit je toch een beetje in het luchtledige te ‘processen’”.

Wat heb je op jouw vakgebied zien veranderen?

“Ten eerste wat ik al eerder aanstipte: infrastructuur van A naar B niet langer als doel zien, maar als middel. Het gaat nu meer over mobiliteit, dus ook OV en fietsen, en om een integrale benadering. In het verlengde daarvan: mobiliteit en ruimte als gezamenlijke opgave zien, met een gebiedsgerichte aanpak. De focus lag van oudsher op de tijd die het kost om van de ene functie bij de andere te komen. Dan heb je het al snel over voertuigverliesuren, ofwel files. Het is soms slimmer om de functies in elkaars nabijheid te brengen, zodat mensen van huis naar hun werk kunnen lopen of fietsen. Een derde verandering die ik zie, ligt op een ander vlak. Dat is de professionalisering van participatie. Bewoners worden mondiger en juridisch beter onderlegd. Daarmee is het voor ambtenaren en bestuur steeds lastiger om het achter hun bureau te bedenken. En dat moet je ook helemaal niet willen. Ik heb nog een mooi project gedraaid in Eindhoven, waar participatie een rol speelde. Het ging om het bedenken van het tracé van de vrije busbaan van het station, door het centrum naar ASML en het ziekenhuis op De Run. Daar hebben we echt veel aandacht besteed aan participatie in de vroege planfase. Ik geloof absoluut in technische en inhoudelijke kennis, maar nog meer in de ervaringsdeskundigheid van mensen. Die weten namelijk beter dan wie ook hoe hun buurt functioneert. Dus in dit geval hebben we uitgebreide bijeenkomsten gehad met bewoners en bedrijven en voor joelende menigten gestaan. Ik vind dat hartstikke leuk en mooi. Je moet als overheid en adviseur ook een stapje opzij kunnen doen. Stel je oordeel uit en leg eerst je oor te luister. Het is een ingewikkelde maar belangrijke exercitie, want het leidt tot betere plannen. Maar je moet wel eerlijk zijn en aan verwachtingsmanagement doen. Het zijn immers de gemeenteraadsleden die uiteindelijk beslissen, niet de bewoners en bedrijven.”

Waar bewaar je je mooiste herinnering aan als Osborner?

“Wederom samen met Erik, en met Iris Gerrevink en Jan-Willem Potse, heb ik meegewerkt aan drie projecten binnen een groot consortium, bestaande uit stedenbouwkundigen West8, architecten Benthem Crouwel en de ingenieurs van Royal Haskoning DHV. Dat onderstreept ook weer de integrale blik op infrastructuur, mobiliteit en ruimte. Het ging om stationsomgeving Schiedam, stationsomgeving Leiden en de spoorlijn De Oude Lijn, die de steden in de zuidelijke Randstad met elkaar verbindt. Met het consortium hebben we deze drie aanbestedingen gewonnen. Daar ben ik echt trots op. We hebben daarmee dit soort adviesproducten toegevoegd aan het portfolio van AT Osborne.”

Waren er ook mindere momenten?

“Dat kun je wel zeggen. We hadden met een heel team hard gewerkt aan een mooie aanbesteding van Rijkwaterstaat. Door mijn onoplettendheid dienden we het tien minuten te laat in. Het spreekt voor AT Osborne dat ze rustig reageerden, met: ‘Jammer. Volgende keer beter, Frits’”.

Hoe kijk je in het algeheel terug op je jaren bij AT Osborne?

“Met heel veel blijdschap. Dankzij de verjonging die de laatste jaren heel knap is doorgevoerd, heb ik veel kunnen samenwerken met jonge collega’s. Binnen diverse opdrachten zat ik een team met een mooie mix van senior en junior medewerkers. Dat was echt leuk, want je leert veel van elkaar. De jongeren hebben baat bij onze ervaring, en andersom profiteren wij van hun nieuwe invalshoeken en vaardigheden. Dat varieert van het maken van mooie graphics tot de toegang tot informatie en een enorme snelheid van werken. Voor ons senioren is dat soms amper te volgen, maar enorm leerzaam. Verder heb ik ervan genoten om de ontwikkelingen binnen mijn vakgebied mee te maken vanaf de ‘front seat’, binnen uitdagende projecten. De vrijheid die AT Osborne daarbij aan de adviseurs geeft, is heel prettig. Ze gaan ervan uit dat jij zelf het beste weet hoe je opdrachten moet aanpakken. Daarnaast is er een ongelooflijk betrokkenheid vanuit de ondersteunende afdelingen; van het secretariaat en de huismeester tot HR, receptie, communicatie, het aanbestedingsteam en de ICT-support. Bij andere organisaties kan dat allemaal heel bureaucratisch zijn, maar bij AT Osborne is een enkel telefoontje genoeg om dingen gedaan te krijgen.”

Heb je nog een boodschap voor AT Osborne?

“Met Young Osborne Professional beschikken we over een uitstekend opleidings- en coaching-programma voor onze jonge collega’s. Ze kunnen ook als frisdenkers meepraten met de directie. Ik zou zeggen: vergeet de seniore collega’s niet. Die moeten mee in de veranderingen, en in staat worden gesteld om de jongeren te coachen. Daar mag ook best een programma voor opgetuigd worden.”

En voor de klanten?

“Overheden worstelen net als andere organisaties met het aantrekken van jong talent. Het lukt misschien nog wel om ze binnen te halen. Maar daarna worden ze, zo is althans mijn indruk, vaak in het diepe gegooid. Ik denk dat er behoefte is aan betere coaching, want anders lopen die jonge mensen zo weer de deur uit.”

Tot slot, Frits: wat nu?

Frits Verhees vertrekt 3“Hoewel ik met 58 jaar nog niet zo heel oud ben, lijkt het mij goed om op mijn hoogtepunt te stoppen. Het valt ook mooi samen met mijn privésituatie. Onze kinderen zijn eind twintig, hebben een goede baan en zijn een soort van gesetteld. Wij hoeven ze dus niet meer te ondersteunen, althans niet financieel. Het lijkt ons heerlijk om veel aandacht te kunnen geven aan ons eerste kleinkind, en om met ons mini campertje lekker door Europa te trekken. Dat we ’s ochtend opstaan en zeggen: laten we overmorgen naar Portugal gaan, en dat dan ook gewoon doen. Tegelijkertijd laat ik het vakgebied niet helemaal los. Ik hou ervan om te studeren en om de diepte in te duiken. Daarom werk ik nu, na overleg met diverse hoogleraren, aan een stuk over belangrijke Nederlandse stedenbouwkundigen en planologen. Ook blijf ik aan als lid van de Raad van Advies van het Platform Omgevingsmanagement. Ik denk dat al deze elementen een mooie combinatie vormen. Op dit moment ben ik al twee maanden vakantiedagen aan het opmaken. Het is mooi om zoveel vrijheid te hebben, maar ook confronterend. Ik moet er wel even aan wennen …”

Ten tijde van dit interview was Frits één dag verwijderd van zijn officiële afscheidsdatum 1 november en één week van een speciaal voor hem georganiseerd symposium. Het programma: drie lezingen á 15 minuten (van zijn promotor, van Benthem Crouwel en van zijn collega Erik van der Veen), een woordje van Frits zelf en een borrel; alles in aanwezigheid van vrienden, familie, klanten en (ex)collega’s.