Duurzaam bouwen: “Denk vanuit wat beschikbaar is, niet wat je nodig hebt”

Geplaatst op 19 januari 2024

AT Osborne werpt zich op als pleitbezorger voor duurzaam bouwen, of liever gezegd: duurzaamheid in de gebouwde omgeving. In 2023 heeft een kernteam van zes medewerkers intern concrete stappen gezet om dit extern verder uit te bouwen. Miriam van Dalen en Anne-Louise Bergkamp leggen uit waarom dit urgente onderwerp zowel binnenshuis als richting opdrachtgevers structureel op de agenda staat.

duurzaam bouwen in de Duurzame leefomgeving

De gebouwde omgeving is voor 38% verantwoordelijk voor de gehele Nederlandse CO2-uitstoot. Er valt dus belangrijke winst te behalen als duurzaamheid in deze sector de norm wordt. “Dat betekent ten eerste”, zegt Miriam, “dat je je bij elk bouwplan moet afvragen of het echt nodig is. Je kunt tot de conclusie komen dat renoveren beter is, of dat je helemaal niet hoeft te bouwen. Bijvoorbeeld door flexibel gebruik van een gebouw, omdat mensen vaker thuiswerken, of door een gebouw op verschillende dagen en tijdstippen te gebruiken.”

Maar als je toch gaat bouwen, betekent duurzaamheid: bewust omgaan met het gebruik van schaarse grondstoffen, zoveel mogelijk circulair en flexibel bouwen met herbruikbare elementen, energiezuinig ontwerpen en sturen op energievoorziening met sec hernieuwbare energie. En daarnaast: het beperken van de negatieve effecten op de omgeving (biodiversiteit, waterhuishouding) en slim omgaan met de (verwachte) effecten van klimaatverandering (klimaatadaptatie). Anne-Louise: “Termen als adaptief en flexibel bouwen bestaan al veel langer. Maar er werd vooral naar gekeken vanuit financieel perspectief. Hoeveel kost het als we in de toekomst iets willen aanpassen? Nu bekijken we het ook vanuit duurzaamheid. Verschillende grondstoffen raken op en de kwaliteit van de leefomgeving gaat achteruit. We moeten er met zijn allen zuinig op zijn en dus nadenken vanuit wat ons ter beschikking staat. Niet vanuit wat we denken nodig te hebben, alsof alles maar oneindig kan en beschikbaar is.”

De gebouwde omgeving is voor 38% verantwoordelijk voor de gehele Nederlandse CO2-uitstoot. Er valt dus belangrijke winst te behalen als duurzaamheid in deze sector de norm wordt.

Winst voor de opdrachtgever

Duurzaam bouwen levert een bijdrage aan de reductie van de Nederlandse CO2-uitstoot. Waar zit, los van dit maatschappelijke voordeel, de winst voor opdrachtgevers? “Duurzaam bouwen is nu nog relatief duur”, weet Miriam. “Dat begint echter te verschuiven. Het kantelpunt komt in zicht. Bovendien betekent duurzaam bouwen nu al dat je doorgaans gemakkelijker financiering krijgt. Een andere financiële prikkel is dat een duurzaam gemaakt gebouw een grondstoffendepot kan vormen voor de toekomst. Een traditioneel gebouw van beton en staal wordt in 40 jaar afgeschreven. Het is dan boekhoudkundig niets meer waard en de sloopkogel gaat er tegenaan. Maar we kunnen het ons niet meer permitteren om grondstoffen op die manier weg te smijten. Als je duurzaam bouwt, met demontabele en herbruikbare elementen, kun je de materialen in de toekomst opnieuw gebruiken. Het gebouw behoudt daardoor zijn waarde, ook na 40 jaar.”

Anne-Louise wijst op meer, andersoortige voordelen voor opdrachtgevers. “Wij vangen in de zorg, maar ook andere sectoren, duidelijke signalen op, dat steeds meer mensen niet meer willen werken bij organisaties die geen duurzame keuzes maken. In deze tijd van arbeidskrapte is dat een belangrijke factor. Daar komt bij: een gebouw gemaakt van duurzame materialen, in een groene omgeving, draagt bij aan de gezondheid en het welzijn van mensen. En dan is er natuurlijk simpelweg de toename van wettelijke regels die duurzaam bouwen verplichten. Er zijn kortom veel redenen voor opdrachtgevers om aan de goede kant van de streep te willen staan.”

Paris Proof Commitment

AT Osborne helpt opdrachtgevers op drie manieren om bij te dragen aan duurzaamheid in de gebouwde omgeving: bewustwording (het onderwerp bespreken, voorbeelden geven), kennisontwikkeling (inzicht in de wettelijke kaders en de mogelijkheden) en de praktische vertaalslag (het aandragen van passende oplossingen en/of het inschakelen van de hierbij benodigde experts). Anne-Louise en Miriam schreven een paper over duurzaamheid in de gebouwde omgeving. Hierin staat onder meer te lezen: “wij kijken verder dan de eisen en regels die nu gelden, omdat wij weten dat deze nog niet scherp genoeg zijn om de doelstellingen van 2050 (klimaatneutraal) te halen”. Dit houdt rechtstreeks verband met het Paris Proof Commitment van AT Osborne. Het Paris Proof Commitment is een initiatief van de Dutch Green Building Council (DGBC), ondertekend door 93 marktpartijen, om de gebouwde omgeving al in 2040 Paris Proof te maken.

Waarom spant AT Osborne zich hier op deze wijze voor in? “Met de huidige regels komen we er niet voor wat betreft de CO2-reductie”, antwoordt Anne-Louise. “Dit commitment maakt het praktischer en meetbaar, en geeft handvatten om de benodigde stappen wel tijdig te zetten. Dat doen wij als AT Osborne met ons eigen pand, maar waar mogelijk ook met panden van opdrachtgevers. Onze adviseurs opereren veel in de gebouwde omgeving, op posities waar we in de gelegenheid zijn om opdrachtgevers te inspireren om dit op te pakken.” Dat doet de vraag rijzen of iedereen wel zit te wachten op deze betrokkenheid. Stoten Anne-Louise, Miriam of hun collega’s wel eens hun neus als zij dit onderwerp tafelen? Miriam: “Nee, eigenlijk niet. Inderdaad geven wij ongevraagd advies over duurzaam bouwen, maar dat is duidelijk gewenst. Onze opdrachtgevers willen er iets mee, maar weten vaak niet hoe. Wij helpen hen uit de brand.”

Interne professionalisering

Als je duurzame beloftes doet, moet je dat als bureau ook kunnen waarmaken. Daarom slaat AT Osborne sinds 2023 een professionaliseringsslag op dit thema. “We hebben een aanbieding geschreven aan onze managers en directie, en intern onze opdracht verkocht. Daarom rapporteren we ook over de voortgang aan het management. Dat heeft geholpen om dit onderwerp prioriteit te geven. We doen sindsdien veel aan interne kennisontwikkeling, met een kernteam van zes collega’s en een maandelijks overleg met nog zo’n twintig medewerkers. Zo organiseren we kennisdeling over projecten, brainstormsessies over nieuwe producten en nodigen we externe sprekers uit om met ons te sparren over onderwerpen zoals circulair bouwen. Daarnaast publiceren we veel papers over dit onderwerp. Die worden goed gelezen.”

Anne-Louise en Miriam benaderen het onderwerp uiteraard professioneel, maar zijn daarnaast duidelijk bevlogen. Waar komt dat vandaan? Miriam: “Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw uitten mensen hun zorgen over de schade die mensen toebrengen aan de planeet. Dat werd toen nauwelijks geloofd, maar inmiddels begint de aarde zelf te praten, bijvoorbeeld in de vorm van uitzonderlijke weersextremen. Klimaatverandering wordt daarmee tastbaarder. Nu worden er langzaam maar zeker maatregelen genomen. Maar alles wat we op dit moment doen, heeft pas over langere tijd impact. Dus we moeten opschieten. Ik heb twee jonge kinderen en ik wil graag dat zij later ook nog zorgeloos in de natuur kunnen wandelen.”

Anne-Louise ziet de huidige situatie, en wat er decennia lang aan vooraf is gegaan, vooral als oneerlijk. “Mensen in andere delen van de wereld zijn de dupe van de overmatige ruimte die wij voor onszelf opeisen met ons gedrag en ons consumptiepatroon. Hetzelfde geldt voor dieren en de natuur. Juist omdat wij het zo goed hebben, moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen”. Als individu hebben beiden de keuze gemaakt om te stoppen met vliegen en dieren eten om zo de persoonlijke, ecologische voetafdruk te verminderen. Maar dankzij hun werk kunnen ze een noodzakelijke, grotere impact maken dan dat. “Als wij ons met onze collega’s en opdrachtgevers richten op het verduurzamen van de gebouwde omgeving, zetten we substantiële stappen binnen een sector die ertoe doet als het gaat om de beperking van CO2-uitstoot en het verbeteren van de leefomgeving. Samen kunnen we echt een verschil maken.”