Instrumentennetten op maat; duurzaam en tóch veilig?

Geplaatst op 21 mei 2021

Het operatiekamercomplex is één van de meest kapitaalintensieve en milieuonvriendelijke afdelingen in het ziekenhuis: 30% van de totale hoeveelheid afval komt uit de OK.1 Naast de berg afval zorgt ook het hoge verbruik van energie en inhalatieanesthetica en het gebruik van medisch instrumentarium voor een enorme milieubelasting.2 Een groot deel van deze instrumenten wordt ongebruikt richting de CSA geretourneerd, waar ze telkens moeten worden gereinigd, gedesinfecteerd, handmatig gecontroleerd en gesteriliseerd, een proces waarbij veel water, chemicaliën, inzet van personeel en energie wordt verbruikt.

Operatiekamer

Het LUMC beschikt over 2500 van deze instrumentennetten met 2000 verschillende samenstellingen voor verschillende ingrepen. Optimalisaties zijn in het kader van de patiëntveiligheid lastig te bewerkstelligen, omdat de operateurs niet mogen misgrijpen. Dit bracht onderzoekers van de TU Delft en leden van het green team binnen het LUMC op het idee om, in het kader van duurzaamheid, een nieuwe methode voor de optimalisatie van de instrumentennetten te onderzoeken, zonder de patiëntveiligheid of het operatieproces in negatieve zin te beïnvloeden.

Daartoe is het daadwerkelijke instrumentengebruik gemeten voor een viertal instrumentennetten. Een proces dat in de toekomst via RFID (identificatie met radiogolven) of videoregistratie zal plaatsvinden. Medisch specialisten en OK-assistenten hebben een schifting gemaakt tussen hoog-risico en laag-risico instrumentarium per net, in het geval dat het betreffende instrument ontbreekt wanneer de specialist hier tijdens de ingreep om vraagt.

Het instrumentengebruik hebben we uiteindelijk geregistreerd voor 16 oncologische laparotomieën en 12 minimaal invasieve ingrepen. Het gemiddelde gebruikspercentage over deze ingrepen bedroeg slechts 28,4% (SD=6,43%) voor de open ingrepen en 47,6% (SD=8.16%) voor de minimaal invasieve ingrepen. Bovendien vond er veel ‘om-en-om gebruik’ plaats tijdens alle operaties. Dit betekent dat de OK-assistent een identiek reserve-instrument vasthoudt en aanreikt wanneer het originele instrument bijvoorbeeld schoongemaakt moet worden. Men kan zich afvragen of deze werkwijze een verschil in efficiëntie teweeg brengt dat een dergelijk groot aantal redundante instrumenten rechtvaardigt. De nieuwe methodiek, een combinatie van gebruiksregistratie van instrumentarium en de risico-inventarisatie leidde tot een reductie van 37% op de instrumentennetten voor de laparotomieën, van 150 naar 95 instrumenten. Hiermee werd het totale gewicht aan instrumenten met meer dan 3 kilo verlaagd per ingreep. Saillant detail: er werd in de navolgende observationele evaluatie geen enkel instrument gemist. Dit laat zien dat de inhoud van verschillende instrumentennetten laagdrempelig en veilig kan worden geoptimaliseerd. De toegepaste risicoanalyse hielp hierbij om draagvlak te creëren onder de medisch specialisten. De ervaring in het LUMC leert dat wijzigingen aan de samenstelling van het net niet blijvend zijn wanneer de gebruikers niet worden betrokken en deze gebruikers de patiëntveiligheid tijdens of na het proces in twijfel trekken.

Deze reductie heeft inherent grote impact op het benodigde aantal instrumenten (lees: aanschaf- en vervangingskosten), sterilisatiemachines en personeel op de CSA, inclusief bijbehorende CO2 footprint. Bredere uitrol van deze methodiek zal op grotere schaal vergelijkbare resultaten geven met behoud van patiëntveiligheid en een optimaal operatieproces.

Osborner Teun van Trier schreef deze bijdrage met Anne van der Eijk

  • Greening the Operating Room – American Society of Anesthesiologists
  • MacNeill AJ, Lillywhite R, Brown CJ. The impact of surgery on global climate: a carbon footprinting study of operating theatres in three health systems. Lancet Planet Health. 2017;1:e381-e8.