Herontwikkeling Hugo R. Kruytgebouw Universiteit Utrecht
De Universiteit Utrecht (de UU) heeft grootse plannen met het campus. De voormalige Uithof moet de komende jaren getransformeerd worden van een traditioneel, enigszins verouderd universiteitsterrein naar een aantrekkelijke en dynamische campusomgeving, het nieuwe USP (‘Utrecht Science Park’). De herontwikkeling van het Hugo R. Kruytgebouw vormt hierin een belangrijk onderdeel. Dit in de jaren ’70 als ‘Transistorium 3’ gebouwde universiteitsgebouw van ruim 50.000 m2 BVO moet herontwikkeld worden tot een toekomstbestendig en duurzaam gebouw voor onderzoek en onderwijs.
AT Osborne is door de directie Vastgoed & Campus van de UU gevraagd om deze herontwikkeling te initiëren. Doel van onze opdracht is een goede basis te leggen waarop het herontwikkelingstraject, zodat het projectopdracht tot herontwikkeling kan worden gegeven. Hiervoor dient niet alleen een ‘aantrekkelijk toekomstbeeld’ ontwikkeld te worden, maar ook een gedragen, haalbaar en uitvoerbaar ontwikkelplan, dat aansluit op de ambities van de Universiteit. Een complex en uitdagend opgave, zeker omdat het gebouw voor het grootste deel nog volop in gebruik is en de continuïteit van onderzoek en onderwijs gewaarborgd moet worden!
Verbinding en afstemming
Gezien de directe relatie en afhankelijkheid met enerzijds de herinrichting en vernieuwing van het centrumgebied (de zgn. gebiedsopgave) en anderzijds met de integrale huisvestingsbehoefte van Universiteit Utrecht als geheel en de Faculteit Bèta in het bijzonder (de zogenaamde ‘Gebruiksopgave’) is ervoor gekozen om voor de herontwikkeling Kruyt een programma in te richten. Dit programma gaat zorgen voor verbinding en afstemming, zodat de verschillende trajecten parallel aan elkaar, maar wel in goede samenhang, kunnen worden uitgewerkt.
De afgelopen periode is voor het gebouwtraject een plan van aanpak uitgewerkt op basis waarvan de initiatiefase doorlopen gaat worden. Het is de bedoeling om voor de zomer de ontwikkelvisie met -scenario’s worden opgesteld, zodat na de zomer met de diverse betrokkenen keuzes gemaakt kunnen worden om te komen tot het uiteindelijke ontwikkelplan.
