Versnellen mobiliteitstransitie: handvaten voor gemeente Helmond

De Brainportregio maakt een grote economische groei door. Er wordt een grote uitbreiding van de werkgelegenheid verwacht en er zijn veel nieuwe woningen nodig. Hierdoor staat de bereikbaarheid en leefbaarheid van de Brainportregio onder druk. Om de leefbaarheids- en bereikbaarheidsopgave aan te pakken, zet gemeente Helmond samen met de regio in op de mobiliteitstransitie.

Mobiliteitstransitie: inzetten op OV

De mobiliteitstransitie is een veranderproces in het mobiliteitssysteem, waarbij actieve, duurzame manieren van verplaatsen optimaal worden gefaciliteerd en gestimuleerd, en de auto een minder prominente rol krijgt.

Concrete doelstellingen

Wanneer er geen actie wordt ondernomen, leidt de groei van Helmond en regio tot veel extra autoverkeer. Het wegennet kan dat niet aan. De gemeente wil daarom meer doen om duurzame verplaatsingswijzen te stimuleren, zoals lopen, fietsen en het openbaar vervoer. De mobiliteitstransitie kan de druk op het wegennet verminderen. Daarom formuleerde de gemeente Helmond concrete doelstellingen over de totale mobiliteitsmix (de modal split) van 2040. Aan de combinatie AT Osborne en Sweco de taak om te verkennen wat kansrijke maatregelen zijn voor de mobiliteitstransitie en in hoeverre ze bijdragen aan die doelstellingen.

Om de mogelijke maatregelen en effecten gestructureerd en overzichtelijk te benaderen, deelden we ons onderzoek en advies in volgens het STOMP-principe.

Het STOMP-ontwerpprincipe van CROW beschrijft het prioriteren van duurzame mobiliteitsvormen boven minder duurzame vormen. Het ontwerpproces kan worden onderverdeeld in Stappen, Trappen, Openbaar Vervoer, Mobiliteitsdiensten/Mobility as a Service (MaaS) en de Privéauto. Onder de noemer Mobiliteitsdiensten vallen alle soorten van deelmobiliteit. Er wordt eerst gekeken naar hoe er zo veel mogelijk prioriteit en aantrekkelijkheid gegeven kan worden aan de actieve mobiliteitsvormen (lopen en fietsen). Daarna volgt OV en andere mobiliteitsdiensten voor de langere afstanden. Als laatste volgt dan de privéauto.

Verkeersituatie inzichtelijk

Op basis van modellen maakte Sweco inzichtelijk hoe de verkeersituatie er in 2040 uit gaat zien zonder maatregelen én met maatregelen voor de mobiliteitstransitie. Het model gaf nuttige inzichten in de reizigersstromen tussen bepaalde herkomst en bestemmingen en de modal split van die bewegingen. Per STOMP-categorie (verplaatsingswijze) is beoordeeld óf en waar de potentie is om het aandeel van ’de groene verkeersmodi’ in het totaal aantal verplaatsingen te verhogen.

Wat bijvoorbeeld opviel was het aandeel autoverplaatsingen tussen Helmond en  buurgemeenten. Hoewel die wel binnen (elektrische) fietsafstand liggen, was het aandeel van de auto bovengemiddeld hoog. Voor deze vervoersrelaties, en andere potentievolle relaties, keken we wat er al gedaan wordt vanuit beleid en projecten en hebben we aanvullende maatregelen benoemd. Om die toekomstige reiziger te laten fietsen, moeten de voorzieningen natuurlijk wel goed zijn. Een aantrekkelijk, snel, comfortabel en veilig (snel)fietspad dus.

Effectieve maatregelen

Uit verschillende analyses blijkt dat er bij iedere STOMP-categorie winst te behalen is. Voor alle modaliteiten hebben we daarom maatregelen voorgesteld en het effect ervan ingeschat. We verwachten dat fietsmaatregelen het meest directe en grootste effect gaan hebben voor de reductie van het autoverkeer. Maar om uiteindelijk een schaalsprong in 2040 mogelijk te maken, waarbij de mobiliteitstransitie een belangrijke rol heeft gespeeld, is een overkoepelend, samenhangend pakket van maatregelen nodig.

Onze bijdrage

Collega’s Frits Verhees, Lieke Fransen en Iris van Gerrevink voerden deze opdracht uit, samen met Jan Hartman en  Stijn Altena van Sweco. Gezamenlijk inventariseerden zij beleidstukken, bedachten zij mobiliteitsmaatregelen en beoordeelden zij welke maatregelen op welke locaties kansrijk zijn.

Meer weten?

Speelt er in uw organisatie ook een mobiliteitsvraagstuk? AT Osborne heeft jarenlange ervaring in diverse sporen binnen het brede mobiliteitsdomein. Wij denken graag met u mee.